
In de maneschijn, in het oortje én nat
Het is zaterdagavond half zeven. De eindtune van Sesamstraat klinkt. ‘Kom we gaan naar boven,’ zeg ik tegen mijn dochters. ‘We gaan toch niet meteen slapen, hè?!’ zegt Sofie bezorgd. ‘Nee hoor, we gaan tandenpoetsen en de pyjama aantrekken. Daarna kunnen jullie nog spelen tot het zeven uur is,’ antwoord ik haar. Sofie rent de trap op en Liesje volgt haar. Als ik boven kom zitten ze al volop in hun spel.
Ik pak de tandenborstels en vraag wiens tanden ik het eerst mag poetsen. ‘Die van mij!’ roept Sofie en loopt me met open mond tegemoet. Als ik haar tanden heb gepoetst roep ik Liesje. Zij komt me met gesloten mond tegemoet. ‘Heb jij er Elsa-tandpasta opgedaan?’ vraagt ze. ‘Zeker! Kijk maar,’ en ik laat haar de blauwe Elsa-tandpasta op haar tandenborstel zien. Gewillig opent ze haar mond: Aaahh.
Dan vraag ik mijn dochters of ze hulp nodig hebben bij het aantrekken van hun pyjama. Sofie wil hulp bij het sluiten van één knoopje van haar pyjamajasje en Liesje maakt heel duidelijk geen hulp nodig te hebben door luid ‘Zelf doen!’ te roepen. Ik ga op haar bed zitten en zie hoe ze met twee benen muurvast komt te zitten in één broekspijp. ‘Papa helpen?’ vraagt ze terwijl ze me hulpeloos aankijkt. ‘Met alle plezier,’ antwoord ik haar. ‘Mag ik nou ook spelen?’ vraagt ze als ik beide benen een eigen broekspijp heb toebedeeld. ‘Jij mag ook spelen.’ Blij loopt Liesje naar de Barbieboot om Woezel, die op een strandstoel ligt, toe te dekken met haar zojuist uitgetrokken onderbroek. Achteroverleunend op bed geniet ik een kwartier van het gespeel van mijn dochters.
Dan kondig ik aan dat het tijd is om te gaan slapen. De meisjes kruipen in bed. ‘Welk liedje mag ik voor je zingen?’ vraag ik als eerste aan Sofie. ‘In de maneschijn in mijn oortje, maar niet nat,’ antwoordt ze en ik zet mijn mond tegen haar oor. Vervolgens zing ik met een didgeridoo-stem – wat een kriebelgevoel in haar oor geeft – ‘In de maneschijn’. Bij ‘dikke tante Kee’ vraagt ze of ik verder wil gaan in haar linkeroortje. Ik besluit met twee kleine en een hele grote kus en ga naar Liesje.
Ook Liesje vraag ik welk liedje ik zal zingen. ‘In de maneschijn in het oortje én nat.’ Ik druk mijn mond tegen haar oor aan en zing ook voor haar met mijn didgeridoo-stem ‘In de maneschijn’. Aangekomen bij ‘de duizendpoot’ steek ik mijn tong in haar oor.
Wanneer ook dit liedje ten einde is geef ik haar een hele grote kus, wens hen beiden een goede nachtrust toe en zeg ik hen dat ik héél veel van ze hou.
Een half uurtje nadat ik weer beneden ben, vraagt Anne: ‘Wat bedoelde Liesje nou eigenlijk met “In de maneschijn, in het oortje én nat”?’ ‘Kom maar eens hier met je oortje dan zal ik het voordoen,’ antwoord ik. Wanneer ik mijn tong in haar oor steek ter hoogte van ‘het raamkozijn’, zegt ze: ‘IEEE, dat is toch niet fijn net voordat je gaat slapen.’
‘Voor jou misschien niet maar voor de meisjes volgens mij wel,’ reageer ik. ‘O ja, hoe weet jij dat dan?’ vraagt Anne. Wij gaan vervolgens samen boven kijken hoe het met de meisjes is. Wanneer we de deur van hun slaapkamer opendoen liggen ze allebei heerlijk te slapen, waarbij op het kussen van Liesje net naast haar oor een nat vlekje zit.
Arno de Poorter
Arno de Poorter is psycholoog en mens met ADHD. Hij leeft en werkt samen met Anne van Hees, onderwijskundige. Samen zijn zij de ouders van Sofie (2011) en Liesje (2013).
Bovenstaande column is een gastbijdrage. Normaliter publiceert Anne van Hees elke maand een nieuwe column. Een deel van haar columns verscheen in een columnbundel ‘ADHD in een kippenhok‘. Deze is hier te bestellen.
Iedere maand onze nieuwsbrief (met column & video) in je mailbox? Meld je hier aan.