Koeienauto
Vroeger zat ik op tennis. Ik vond dat heerlijk om te doen. Als ik uit school kwam belde ik een vriendje op om een balletje te gaan slaan. Als we dan lekker aan de gang waren, vond ik het moeilijk om de tijd te bewaken. Het kon dan zo twee uur verder zijn. Vooral als ik aan het winnen was. Gelukkig was ik meestal met iemand aan het tennissen die wel een goed tijdsbesef had. Om 17.00 uur zei diegene dat we moesten stoppen om op tijd thuis te zijn voor het eten. Ik pakte mijn tas en arriveerde ruim op tijd thuis.
Op een keer vroeg mijn moeder me waar mijn trainingsbroek was. ‘Helemaal vergeten,’ antwoordde ik haar. ‘Dan fiets je maar heel snel terug om hem te zoeken en waag het niet om zonder broek thuis te komen.’
Na het tennispark (21 banen) te hebben doorzocht, keerde ik zonder trainingsbroek huiswaarts. Mijn avondeten at ik alleen op. Verder kreeg ik een preek over dat ik niet wist wat spullen waard waren en dat mijn ouders hard moesten werken om zo’n mooi trainingspak voor me te kunnen kopen. Ondanks alle preken en straffen ben ik daar nooit veel – maar wel een beetje – beter in geworden.
Wat het wel met me deed was dat ik heel, heel, heel zuinig werd op mijn spullen. Niemand mocht eraan komen. Mijn overtuiging was dat wanneer ik mijn spullen met andere mensen deelde, de kans groter werd dat ik ze kwijtraakte of dat ze kapot gingen, plus de bijbehorende preken (gaap).
Toen ik onze eerste auto kocht (een opel astra met airco) was ik daar heel zuinig op. Ik vond het lastig om mijn partner erin te laten rijden, bang dat ze hem zou beschadigen (dit terwijl alle schades die we hebben gehad mijn schuld waren). Toch liet ik haar erin rijden en na een tijdje kreeg ik er het vertrouwen in dat de auto bij haar in goede handen was.
In onze straat staan bomen waarin 365 dagen per jaar vogels zitten te wachten tot je je auto eronder zet om hem vervolgens vol te p**pen. Er is onder de bomen dan ook altijd ruimte om je auto te parkeren.
Op een dag kwam mijn partner thuis en parkeerde de auto onder een boom, met als gevolg dat hij van voor tot achter was ondergek*kt. Toen ik dit ontdekte vroeg ik haar of ze de auto wilde schoonmaken. Ze beloofde dit te doen en met een gerust hart ging ik met Gerrit – onze hond – wandelen. Toen ik, na een flinke wandeling, onze straat inliep zag ik dat de p**p eraf was, maar dat waar de k*k had gezeten vlekken waren ontstaan die een lichtere kleur hadden dan de kleur van de auto.
Ongerust wat er met mijn bolide was gebeurd, rende ik naar binnen en vroeg mijn partner hoe ze de auto had schoongemaakt. Ze zei me dat ze was begonnen met een vaatdoekje en afwasmiddel, maar dat dat moeizaam ging. Om het haarzelf makkelijker te maken was ze op het idee gekomen om het vaatdoekje en het afwasmiddel te vervangen voor een schuursponsje met schuurmiddel. Dat was een geniale zet gebleken want de str*nt was eraf gevlogen zonder zich veel te hoeven inspannen.
‘Niet alleen die p**p’, antwoordde ik haar. ‘Wat dan nog meer?’, vroeg ze. De autolak! Toen we naar de auto liepen en ze hem eens goed had bestudeerd zei ze: ‘Het lijkt wel een koe met al die vlekken.’
Het aangezicht van mijn koeienauto gaf me het gevoel dat ik weer onzuinig was geweest. Om dit kwijt te raken belde ik meteen met een autoschadeherstelbedrijf en vroeg hoeveel het kostte om mijn auto helemaal over te laten spuiten: 1000 euro!
Ik heb vaak de vraag gekregen wat de vlekken op mijn auto waren en daarmee het bijhorende gevoel van schaamte. En tegelijkertijd heb Ik deze vraag zo vaak te horen gekregen dat het gevoel van schaamte zijn waarde grotendeels verloor. Het gevolg hiervan is dat ik me voortaan minder schuldig voel als ik weer iets kwijtraak of kapot maak en dat ik weer een beetje beter kan delen.
Arno de Poorter